De cryptowereld wemelt van het jargon: Rugpull? DYOR? Je moet maar weten wat het is.

Ik heb me tot doel gesteld om alles wat er rond crypto gebeurt, toegankelijk te maken voor leken. Daarom leek het me handig om een lijst te maken van veel gebruikte begrippen in de wereld van crypto’s, NFT’s en Web3.

Om die laatste twee alvast uit te leggen. NFT’s zijn zogenoemde non-fungible tokens, ofwel unieke eigendomscertificaten die worden vastgelegd op een cryptoplatform. NFT’s worden veel gebruikt voor digitale verzamelobjecten en kunst.

Web3 verwijst naar een versie van het internet die gebaseerd is op blockchaintechnologie, waarbij het eigendom van data bij gebruikers ligt en transacties via decentrale netwerken worden gedaan. Dit in tegenstelling tot Web2, waar grote platforms zich de data van gebruikers toeëigenen en een dominante positie hebben bij het faciliteren van transacties.

Hieronder vind je een uitgebreidere lijst begrippen uit de cryptowereld.

Dit zijn 49 begrippen uit de cryptowereld die je zou moeten kennen

  1. Airdrop: Gebruikers gratis cryptomunten of NFT's geven. Bezitters van NFT's of cryptomunten krijgen vaak extra gratis tokens voor marketingdoeleinden van een project. Dit zorgt wel voor verwatering: er komen meer tokens van een bepaalde cryptomunt of NFT's van een bepaalde collectie in omloop.
  2. Alpha: Dit is een ander term voor 'voorkennis.' Als iemand 'alpha' heeft, heeft deze persoon informatie die de rest van de marktspelers nog moeten ontdekken.
  3. Ape in: Veel geld investeren in een nieuwe cryptomunt of NFT zonder eerst goed informatie in te winnen. Het is afgeleid van de meme "apes together strong." 
  4. Bearish: De overtuiging dat een project in waarde zal dalen.
  5. Blockchain: Een database voor het registreren van transacties. Informatie wordt opgeslagen in een cluster (block) dat niet meer kan worden veranderd. Geverifieerde informatieclusters (chain of blocks = blockchain) worden gekopieerd op een reeks verschillende computers, zodat de data openbaar en veilig is.
  6. Blue chip: Dichter bij een 'betrouwbare' investering kan je niet komen in de wereld van NFT's. Deze NFT projecten zijn alom bekend en worden algemeen beschouwd als zeer waardevol. Bored Ape Yacht Club, CryptoPunks, World of Women zijn voorbeelden van bluechips. 
  7. Bullish: De overtuiging dat een project in waarde zal stijgen. 
  8. Crypto wallet: Een plek (app of hardware zoals een USB-stick) waar je je cryptobezittingen bewaart (NFT's, Ethereum, etc.). Een wallet (portefeuille) moet je hebben om iets (NFT's bijvoorbeeld) te kopen met cryptomunten. Populaire wallets zijn bijvoorbeeld Coinbase Wallet en MetaMask.
  9. Crypto wallet address: Een openbaar adres dat je met anderen kan delen, zodat ze crypto's of NFT's naar je kunnen overmaken. Dit bestaat doorgaans een een lange cijferreeks. Maar je kunt ook een kortere naam kopen als domein. Ik gebruik bijvoorbeeld aprilynne.eth. 
  10. Decentraal: Het functioneren van een systeem is afhankelijk van meerdere mensen of organisaties. Niet één persoon of een enkele organisatie heeft de totale controle over het systeem.
  11. DAO: Afkorting van "decentralized autonomous organization." Dit is een organisatie die wordt gerund volgens regels en afspraken die worden vastgelegd in computercode. De code voor alle automatische handelingen is openbaar, zodat iedereen kan zien alle handelingen volgens de regels verlopen.
  12. DAPP: Afkorting voor "decentralized application." Dit is een app op basis van een blockchain. Niemand heeft de controle over het systeem, dus de gegevens worden niet verzameld/gemanipuleerd/verkocht door Big Brother (kuch, kuch, Meta).
  13. DEFI: Afkorting voor "decentralized finance." Je kan crypto's (uit)lenen en verhandelen via een openbaar systeem dat transacties automatisch registreert en valideert zonder de tussenkomst van een bank of broker.
  14. Diamond hands: Het niet verkopen van crypto's of NFT's ondanks druk om te verkopen. Sommigen rechtvaardigen dit als een NFT die ze in bezit hebben in waarde daalt. De uitdrukking is afgeleid van "diamonds are created under pressure."
  15. Doxxed: Als de ware identiteit van een team achter een cryptoproject openbaar wordt gemaakt. Dit wordt meestal gedaan om het project meer geloofwaardigheid te geven.
  16. Drop: De lancering van een nieuwe collectie of nieuw project.
  17. DYOR: Afkorting voor "do your own research." Dit is een disclaimer, en een goed advies, dat meestal toegevoegd wordt aan het eind van opinie over een cryptoproject.
  18. DOT ETH (.eth): Het adres van een crypto wallet dat je kan kopen. Mijn Ethereum wallet adres is bijvoorbeeld aprilynne.eth. 
  19. Ethereum: Een populaire blockchain voor cryptoprojecten, die vaak wordt bekritiseerd vanwege zijn langzame en dure transacties. Ook het platform dat gekoppeld is aan ether (ETH), de op één na populairste cryptomunt. 
  20. Flip: Het kopen en onmiddellijk verkopen van een NFT met de bedoeling om snel winst te maken. Een veel gevolgde maar risicovolle strategie.
  21. Floor: NFT's op bodemprijzen.
  22. Floor price: De laagste marktprijs van NFT's in een collectie. Wordt vaak gebruikt als vuistregel voor de waarde van een NFT-project.
  23. Floor sweep: Als iemand alle NFT's van een collectie tegen de bodemprijzen opkoopt. De kopers doen dit omdat ze in het project geloven.
  24. FOMO: Afkorting voor "fear of missing out." Het is een emotionele factor iemand tot een irrationele aankoop brengt.
  25. FUD: Afkorting voor "fear, uncertainty, doubt." Het wordt gebruikt om zorgen uit te drukken over de waarde van een crypto of NFT.
  26. Gas fee: Transactiekosten voor crypto, vaak gebruikt voor het Ethereum-platform. Hoe drukker het Ethereum-netwerk is, hoe hoger de gas fee. Dit is een kenmerk van het Ethereum-netwerk waarover veel wordt geklaagd. 
  27. GM: Afkorting voor "good morning."
  28. HODL: Een foutieve spelling van "hold." Maar het sloeg aan als acroniem voor "hold on (for) dear life." Dat betekent niet verkopen ongeacht koersbewegingen en onzekerheid.
  29. LFG: Afkorting voor "let's fucking go." Wordt gebruikt om een project te hypen.
  30. Marketplace: Een platform voor aan- en verkoop van crypto's en NFT's. Populaire marktplaatsen voor NFT's zijn OpenSea, Rarible, en Magic Eden. 
  31. MetaMask: Een populaire crypto wallet. MetaMask heeft een logo dat lijkt op een vos.
  32. Metaverse: Een virtuele wereld waar je met een avatar dingen koopt, spellen speelt en zelfs bedrijven kan beginnen. Er zijn momenteel flink wat bedrijven die proberen een metaverse te maken die uiteindelijk mainstream wordt. 
  33. Minting: Een digitale vermogenstitel op de blockchain plaatsen om zo een NFT creëren.
  34. Mooning: Beschrijft een opgaande trend van de koers van een cryptomunt of NFT. Het betekent dat de prijs snel stijgt.
  35. NGMI: Afkorting voor "not gonna make it." Wordt gebruikt om mensen en projecten af te kraken in de NFT-wereld.
  36. OpenSea: Een populaire NFT-marktplaats. Ondersteunt op dit moment alleen NFT's op de blockchains van Etherium en Polygon.
  37. Paper hands: Onder druk een crypto of NFT verkopen. Wordt gebruikt door "diamond hands" om mensen die wel verkopen af te kraken.
  38. PFP project: Afkorting voor "profile picture project." Dit zijn collecties die worden verkocht om te gebruiken als Twitter-profielfoto. 
  39. Polygon: Een blockchain voor cryptotransacties en NFT's die populair is vanwege de afwezigheid van gas fees. Is gebouwd op het Ethereum-platform. 
  40. Pump and dump: Een verwerpelijke praktijk om kunstmatig prijzen op te drijven ("pump") en vervolgens alles in een keer te verkopen ("dump").
  41. P2E: Afkorting voor "pay to earn." Je wordt betaald in crypto/NFT's.
  42. Road map: Een openbaar plan voor een cryptoproject of NFT. Het geeft inzicht in de tijdlijn en nut van een project. 
  43. Rugpull: Een cryptoproject dat is mislukt. Sommigen liegen over hun project om investeerders te lokken. Als ze het geld binnen hebben, kijken ze niet meer naar het project om en gaan er met de inleg van beleggers vandoor.
  44. Sharding: Een NFT opbreken in kleinere stukjes (scherfjes), zodat een groep mensen een NFT kan kopen die anders te duur is voor een enkeling.
  45. Solana: Een populaire blockchain die bekend staat om zijn goedkope en snelle transacties.
  46. Smart contract: Een afspraak tussen twee partijen die is vastgelegd in een stukje computercode. De code wordt vervolgens automatisch uitgevoerd op een cryptoplatform. Nuttig omdat je niet meer hoeft te vertrouwen op een individu (de tegenpartij), maar slechts op de code die je zelf kan verifiëren. Er is dus ook geen tussenpersoon nodig om het vertrouwen tussen twee partijen te waarborgen.
  47. Staking: Een manier om passief inkomen te verwerven door je crypto of NFT een periode op een blockchain vast te zetten. Je kan hieraan verdienen in de vorm van crypto's.
  48. To the moon: Een feestelijke term die je gebruikt als de prijs van een crypto of NFT steeds maar weer stijgt.
  49. Utility: De onderliggende waarde of het nut van een crypto of NFT. Het kan gaan om diensten, voordelen of rechten die voortvloeien uit het bezit van een cryptomunt of NFT.

Aprilynne Alter heeft een educatief YouTube-kanaal over crypto, Web3 en NFT's.

LEES OOK: Waar ligt de bodem voor de bitcoin? De oprichter van een cryptobedrijf voorspelde eerdere pieken en dalen opvallend nauwkeurig – dit denkt hij nu